26 maart 2011

iPad 2

iPad 2 gezien door het oog van een niet zo alledaagse gebruiker. Je zou toch zin krijgen er eentje te kopen…

19 maart 2011

Hans Memling (ca. 1440-1494): Leven en Werk Deel 8: Naschrift

[afb31]Memling is samen met Dieric Douts en Hugo van der Goes de belangrijkste voortzetter van de nieuwe schilderkunstige richting die in de 15de eeuw in de Zuidelijke Nederlanden tot bloei kwam en waarvan Jan van Eyck, de Meester van Flémalle en Rogier van der Weyden de gangmakers waren. Het optisch realisme werd de nieuwe vorm waarin devotionele of mystieke inhouden gestalte kregen. Memling vertegenwoordigt er de meest klassieke en minst middeleeuwse fase van. Nochtans was het precies Memling die door de romantici, tijdens de gotische heropleving in het begin van de 19de eeuw, als symbool van de mystieke christelijke middeleeuwse kunst werd gekozen. De sentimentele benadering van Memling in de 19de eeuw heeft tijdens het modernisme in de eerste decennia van de 20ste eeuw, toen de esthetiek in het teken van abstractie en expressie stond, een gedeeltelijke verguizing van zijn werk in de kunstkritiek veroorzaakt. Vandaag beseft men meer en meer dat Memling een heel eigen voorstellingswereld heeft gecreëerd, die een laatste maal gestalte gaf aan de ideale religieuze verzuchtingen van een welvarende en rationeel denkende burgerij van de vooravond van het humanisme. Deze voorstellingswereld is gekenmerkt door een fysische versmelting van de heilige wereld met de menselijke (te vergelijken met de mythologische wereld in de oudheid); een niet geëvenaarde, allesomvattende epische structuur in de vertolking van de evangelische feiten, hun symboliek en eschatologische aspecten [afb.31]; een nieuwe, glasheldere en open organisatie van de ruimte; een perfectionistische kristallisatie van het portret in een streven naar platonische schoonheid.
Voor de Brugse ateliers is Memling de figuur geweest die de beeldformules en de rijzige, gestileerde vormgeving van Rogier van der Weyden heeft geïntroduceerd, en zo een stijl heeft gecreëerd die typisch Brugs is geworden. Het is inderdaad wellicht door Memlings komst dat een aantal Brugse kleinmeesters, die allen anoniem gebleven zijn, een onderling verwante stijl zijn gaan ontwikkelen die zich tot in het begin van de 16de eeuw handhaafde. De belangrijkste zijn de Meester van 1473, de Meester van de Ursula legende, de Meester van de Lucia legende en de Meester van de Baroncelli-portretten. Gerard David, die nog gedurende tien jaar Memling in Brugge heeft gekend, heeft onder diens invloed zijn oorspronkelijk sterk Hollandse stijl aangepast.
Joos van Cleve, Quinten Metsys en Pierer Pourbus hebben door hun natuurlijke affiniteit met de oude meester hem niet zelden op vermomde wijze geciteerd.

10 maart 2011

Whisky fever… Het mouten

maltDe eerste stap in het productieproces van whisky is het mouten van de gerst. Dit proces moet correct worden uitgevoerd want je kunt tekortkomingen later niet meer herstellen. Daarnaast is dit proces duur. Met het mouten van de gerst is tweederde van de productiekosten gemoeid. Dus veel ruimte voor vergissing is er niet.
Wat is mouten? Het moutproces is het laten kiemen van de gerst zodat het zetmeel wordt bevrijd. Het zetmeel zit aanvankelijk in de kern van de gerstkorrel en is omgeven met een celwand van proteïne. Die celwand moet worden afgebroken. Dit gebeurt in drie stappen. Weken, kiemen en drogen.
De eerste stap in het moutproces bestaat uit het weken van gerst met water in grote bakken (steeps) zodat het kiemen kan starten. steep
Wanneer na het weken de gerst de steeps verlaat, start eigenlijk het kiemen. Op het hoogtepunt van het kiemen, wanneer dus de celwand is afgebroken wordt het kiemen stilgelegd. Het heeft geen zin om het kiemen nog verder te laten gaan want dan gaan de jonge scheuten het zetmeel ‘opeten’. En laat het nu net het zetmeel zijn die nodig is om alcohol te maken.
malt floorHet stilleggen van het kiemen gebeurt door het drogen (kilnen) van de gerst op de moutvloer. De gerst moet voortdurend worden gekeerd om de aangemaakte hitte gelijk te verdelen. Traditioneel gebeurt dit keren door moutmannen, die met een soort schop (malt shiel) de gerst omscheppen.
Turf wordt gebruikt om de warmte nodig voor het drogen van de gerst te produceren. De turfbranden veroorzaken rook die door de gerst wordt opgenomen en hebben dus een invloed op de uiteindelijke geur en smaak van het eindproduct.
Uiteindelijk wordt de mout gemalen om het graan te openen en dus het onttrekken van suikers mogelijk te maken. Dit product noemt men grist. Dit is de start van de volgende fase in de productie van whisky: Het mashen.

05 maart 2011

Whisky fever… Peat (turf)

Ik heb een nieuwe hobby. Whisky. Het is nog wel een hobby in embryonale fase. Veel weet ik er nog niet over. Toch al een eerste gedachtespinsel.
TurfWhisky gaat eigenlijk over geuren en smaken. Geuren en smaken die worden beïnvloed door onder ander klimaat, geologie, bodem, water, heide, zeewier en turf. Maar vooral het productieproces zelf maakt eigenlijk de whisky. Later meer daarover.
Laat ik er eentje uitpikken: turf.
Wat is turf? Turf is een opeengehoopte en deels verkoolde massa vegetatie, die je doorgaans vindt in vochtige gronden. Als je turf lang genoeg bloot stelt aan druk en hitte verandert het uiteindelijk in steenkool. Turfvelden vind je vooral in het noordelijk halfrond in gematigd en kouder klimaat. In Schotland is er meer dan 1 miljoen hectare.
kilnTurf wordt gebruikt als brandstof in een kiln om de gemoute gerst te drogen. De lengte en de intensiteit van het droogproces beïnvloeden de smaak. Veel van de essentiële delen die smaak aan whisky geven zoals o.a. phenolen zijn geen onderdeel van turf, maar komen vrij bij de verbranding ervan.
Ardbeg en Lagavulin staan bekend als hele sterke turfachtige malts. Ik heb mij een Lagavulin van 16 jaar gekocht (43%). Dit is een whisky met een heel lage aankoop drempel. Ieder supermarkt heeft die in de rekken staan. Je moet dus echt niet veel moeite doen om deze – ook bij kenners heel hoog aangeschreven - single malt op de kop te tikken.
LagavulinLagavulin
Hier mijn eerste proef notities:
Kleur: de whisky heeft een bronsachtige kleur. Persoonlijk vind ik dit een perfect kleur voor een whisky. In onderstaande balk kom je een stuk rechts van het midden uit.
kleurbalk
Geur: Vind ik heel moeilijk. Weinig referentie punten. Ik ruik sigaren, geur van vuurwerk? In elk geval iets rokerigs.
Smaak: Zee, ziltige smaak. Zou zeewier zo smaken? Smaakt helemaal niet zoet, zoals ik hier en daar al heb gelezen.
Afdronk: Je blijft lang met de smaak zitten. Heerlijk.

04 maart 2011

Hans Memling (ca. 1440-1494): Leven en Werk Deel 7: Stijl en techniek

[afb. 27]Memlings stijl is statisch en ruimtelijk, zijn esthetiek is idealiserend en rationeel, zijn boodschap narratief. De wereld ontplooit zich als immobiele verschijning aan het visionaire oog van de schilder. Het analytische realisme eigen aan de schilderkunst van de Nederlanden is bij hem zeker aanwezig en zelfs rimpelloos volmaakt, maar geeft de indruk niet op de echte werkelijkheid toegepast te zijn, maar op een kunstmatige wereld van geboetseerde en gekleurde vormen onder een onveranderlijke belichting en in een definitieve rangschikking.
Zijn schilderijen zijn open constructies, die in de breedte en naar de diepte toe een overzichtelijk gearticuleerde ruimte scheppen, waarin de personages als sculpturen of figuurtjes zijn neergezet. De rol die het landschap en de architecturale elementen als theatrale attributen hierbij spelen, is opvallend. De compositie berust op weloverwogen symmetrie en is bij voorkeur uit verticalen opgebouwd.
Het leven van Christus en van Maria heeft het grootste aandeel in de thematiek die zich daarnaast hoofdzakelijk beperkt tot Tronende Madonna's met Kind, dikwijls omringd door heiligen of engelen. Naast deze mariale thematiek heeft hij zoals geen van zijn voorgangers of tijdgenoten het evangelie in zijn volledige afwikkeling in epische fresco's uitgebeeld, waarin het narratieve door zijn bedachte constructie zelf icoon wordt. De verschillende elementen van de voorstelling of hoofdstukken van de handeling zijn opgenomen in een doorlopend decor, meestal een landschap, dat de gehele compositie in alle richtingen bindt. Het verhaal valt uiteen in episodes, die zich, zoals in het theater, afspelen op verschillende plateaus of in afzonderlijke gebouwtjes en interieurs. Deze "tableaux vivants" zijn volgens hun onderling chronologische en symbolisch verband ruimtelijk en compositorisch geordend in een soort visueel totaalspektakel. Het coloriet is helder, bijna mediterraan, en bevordert het ruimtelijk effect. De objecten lijken veeleer gekleurd te zijn dan van nature een eigen kleur te bezitten, zodat een soort van artificieel en gelijkmatig verdeeld kleuren evenwicht tot stand komt dat het gehele schilderijvlak inneemt en doet schitteren. Kleur vervangt bij Memling de archaïsche functie van goud of zilver.
[afb. 28]De menselijke figuur, die zijn werk domineert, is uniform. Het zijn rijzige gestalten met een afwezige, emotieloze uitdrukking. Zij zijn in de ruimte geplaatst, als levende zuilen die het schilderij schragen. Hun gezicht is ovaalvormig met smalle, lange neus en hoog voorhoofd. In het portret krijgen zij een identiteit die enkel berust op de nauwkeurige registratie van hun onderling verschillende fysionomie en niet op hun karakter of uitdrukking. Ze lijken ook geen reële leeftijd te hebben. Memling heeft een idealiserende fusie tot stand gebracht tussen het geobserveerde portret van Jan van Eyck en het gestileerde portret van Rogier Van der Weyden door het gezicht sculpturaal te benaderen. Het hoofd wordt in zijn bijzonderheden driedimensionaal afgetast en gepolijst. Het portretbeeld berust niet op compositie maar op "uitsnit", zoals bij een close-up in de fotografie. Dat is een volstrekt origineel kenmerk van Memlings portretkunst.
Een bijkomend maar bijzonder typisch aspect van Memlings stijl is de ruime plaats die sierelementen als heraldische schilden (driedimensionaal met helm en helmteken), wimpels en vlaggen en spreukbanden met betrekking tot de naam van de schenker of van de geportretteerde in zijn werk innemen [afb. 27]. Al deze elementen zijn op vindingrijke wijze in de voorstelling geïntegreerd of op de achterzijde van het portret of het luik aangebracht en realistisch uitgewerkt met de kennis en bedrevenheid van een gespecialiseerde sierkunstenaar. Ook de jaartallen zijn dikwijls op eyckiaanse wijze in het tafereel verwerkt, in reliëf of in steen gebeiteld.
Memlings werk kan over een lange tijdsperiode gevolgd worden. Uit het overzicht blijkt dat er nauwelijks van een stijlevolutie sprake kan zijn. Tussen de vroegst gedateerde retabels (Laatste Oordeel, 1467, Panorama met de Passie, ca. 1470 en het laatste (Greverade-retabel, 1491) is er in zijn geheel genomen geen wezenlijke stijlverschuiving, tenzij dat er aanvankelijk een uitgesproken invloed van Van der Weyden kan worden vastgesteld, te herkennen in de types, de scherpe, karaktervolle tekening van fysionomie en handen en in een zekere hoekigheid en ascese in de figuratie. Deze meer archaïsche stijl is nog in enkele andere werken terug te vinden, onder meer in de Tronende Madonna van Kansas City, het Portret van een lid van de familie Rojas (privé­verzameling) en in de Triptiek van Jan Crabbe . Een ander aspect van de vroege stijl zijn de meer gespannen, gladde volumes en het gewelfde modelé (Madonna met het Kind op een kussen [afb. 28]; Portinari-portretten) die later een soepeler natuurlijkheid verkrijgen. Ook de lineaire aanlegtekening met het penseel staat in de vroegste werken zeer dicht bij Van der Weyden. Of Memling een aandeel had in de Sforza-triptiek (Brussel, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België) is onvoldoende aangetoond.
[afb. 29]Wel is nu definitief uitgemaakt dat hij niet de auteur kan zijn geweest van de Taferelen uit de kindertijd van Jezus (vijf panelen verdeeld over Glasgow, Art Gallery and Museum; Madrid, Museo del Prado; Washington, National Gallery of Art; Birmingham, Museum & Art Gallery), die nog in het atelier van Rogier van der Weyden en dus vóór 1464 zijn ontstaan. De Madonna met Kind (Brussel, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België), een kopie naar een verloren werk van Rogier van der Weyden [afb. 9 - zie deel 2: De vroegste werken tot 1472], is vermoedelijk wel een jeugdwerk van Memling.
Het feit dat Memling de vormentaal van Van der Weyden in de richting van het bevallige en paradijselijke heeft vertaald, werd soms - wellicht niet ten onrechte - toegeschreven aan zijn Duitse origine en aan zijn eerste vorming in de Rijnstreek. De lieflijke figuratie van Stefan Lochner en ook soms diens composities roepen een zekere verwantschap op. Lochners Laatste Oordeel (Keulen, Wallraf-Richartz-Museum) blijkt wel degelijk een rechtstreekse inspiratiebron voor Memling te zijn geweest, en dit naast en in weerwil van Van der Weydens Laatste Oordeel uit Baune. Ook later is er nog frequent Duitse invloed aan te wijzen. De theatrale uitwerking met vele figuren van de Calvarie in de Greverade-triptiek was op dat moment onbekend in de Nederlanden, maar kwam al lange tijd voor in Westfalen. Ook het dubbelportret op één paneel lijkt een Duitse oorsprong te hebben. Het opvallend klassieke karakter van Memlings kunst doet een kennis van Italiaanse voorbeelden vermoeden. In zijn latere werk komt deze belangstelling bijzon­der duidelijk tot uiting in het gebruik van renaissance ornamenten zoals vruchtenslingers.
Memling is ook de eerste kunstenaar in de Nederlanden die enkele allegorieën met betrekking tot liefde en deugd tot stand bracht, wat toen in Venetië en Florence een courant genre was (Triptiekje van de Aardse Ijdelheid en de Hemelse Verlossing ; Allegorie met een Maagd; Diptiek van de allegorie van de waarachtige liefde ). Het al genoemde systematische gebruik van Romeinse kapitalen en humanistisch cijferschrift in de opschriften vindt in Memling zijn vroegste manifestatie in het noorden.
Memling is de eerste kunstenaar benoorden de Alpen die het portret tegen een landschapsachtergrond zet. Dat portrettype treffen we al zeer vroeg aan (ca. 1467-1470), in de mansportretten van Frankfurt of van The Frick Collection. Het is gezien het geringe tijdsverschil van de dateerbare werken vooralsnog onmogelijk om te weten of Memling hierin het Italiaanse genre voor was. Veeleer moet men hier denken aan een osmose van het in de Nederlanden ontwikkelde landschap als achtergrond van heilige figuren (Rogier van der Weyden, Braque-triptiek [afb. 30]). In ieder geval werden Memlings portretten en ook zijn Madonna's later vaak - en niet het minst voor het landschap - geïmiteerd. Leonardo da Vinci, Perugino of Fra Bartolomeo bijvoorbeeld zijn niet denkbaar zonder Memling.
[afb. 30]
De schilderkunstige techniek van Memling verschilt niet wezenlijk van de traditie van de pa­neelschilderkunst in de Zuidelijke Nederlanden in de 15de eeuw. De gelaagde en vloeiende Van Eyck-techniek is bij hem echter vereenvoudigd. Er zijn beduidend minder verflagen aanwezig. De detaillering en het modelé zijn dikwijls in één handeling aangebracht in kleine toetsen. Licht en donker zijn niet meer altijd optisch versmolten in de verflaag, maar meer grafisch in fijne penseelstreken aan het oppervlak aangebracht met gebruik van loodwit en neutrale donkere tonen. De bij­zonder dunne schildering, vooral van het inkarnaat, heeft na verloop van tijd dikwijls het doorschemeren van de voorbereidende tekening veroorzaakt. Deze tekening is in ver­gelijking met die van andere schilders uit deze tijd bijzonder verward en schetsmatig, met veelvul­dige hernemingen en wijzigingen. Dit moet niet als een gevolg van het onstuimige temperament van Memling als tekenaar geïnterpreteerd worden, maar is het resultaat van zijn voorliefde om de compositie grotendeels rechtstreeks op het paneel zelf en niet vooraf op papier te ontwerpen.
Het hele scheppingsproces blijft dus zichtbaar op de infraroodopnamen. Na de aller vroegste wer­ken waarin nog een strakke "gotische" grafiek wordt beoefend, schakelde Memling al vanaf ca. 1467 (delen van het Laatste Oordeel) over op de hem zo eigen moderne schets met zwart krijt of houtskool.
In één geval, het Portret van Maarten van Nieuwenhove, is een nauwkeurige perspectief­constructie aanwezig, wat op het niveau van de voorbereidende tekening het vroegste voorbeeld hiervan in de Nederlanden is.

03 maart 2011

iPad 2

There’s really no reason to buy an iPad 2. Here is why. No real surprises, no hot stuff. The most surprising of it all was that Jobs himself made the presentation.

02 maart 2011

The King's Speech

Since ‘The King’s Speech’ is a low budget British movie. American film makers found it unfit for the US market. They are planning an adaptation. Here below is the trailer for this new movie. Enjoy. It’s hilarious.

19 februari 2011

Vreemde gebouwen (3)

wozoco2Wanneer de woningcorporatie ‘Het Oosten’ in Amsterdam 100 sociale woningen gevraagd werd te bouwen, sprong het  Nederlandse architectenbureau MVRDV op de opdracht.

Binnen de regelgeving over voldoende zonlicht en de grootte van de site konden slecht 87 appartementen worden gebouwd.

In plaats van open ruimte op te offeren, werden de overige 13 eenheden gewoon aan de gevels ‘geplakt’. De uitstekende suites lijken openstaande lades in een sterk uit de kluiten gewassen glazen dressing. De laagste blokken hangewozocon net boven de hoofden van angstige voorbijgangers.

Deze zwaartekracht tartende constructie - de WoZoCo Appartementen – werd voltooid in 1997.

17 februari 2011

1q84

1q841q84 (spreek uit: ‘Qutienvierentachtig’) vertelt de levensverhalen van twee eenzame Japanse dertigers, aan wie om en om een hoofdstuk – elk twaalf per boek - is gewijd: de schrijver en wiskundeleraar Tengo en de sportschoollerares Aomame, die als een oosterse Lisbeth Salander - Murakami verstopt zelfs een verwijzing naar ‘Mannen die vrouwen haten’ in zijn roman -op commando afrekent met gewelddadige macho’s.
Dat Tengo en Aomame een verleden met elkaar delen, wordt al snel duidelijk. Ze blijken elkaars stille, al twintig jaar uit het oog verloren jeugdliefdes.
Het hele verhaal brengt de beide hoofdpersonages door vreemde plot- wendingen steeds dichter bij elkaar.  Deze hebben allemaal te maken met een boek – geschreven door een 17-jarige femme fatale - dat Tengo op verzoek van zijn eigen uitgever zó goed herschrijft, dat het een belangrijke literaire prijs wint.
Een pop van lucht’ heet deze bestseller. De roman beschrijft hoe een meisje opgroeit in een religieuze sekte en daar tijdens een eenzame opsluiting wordt bezocht door de ‘Little People’. Kleine vreemde wezens die hun begerige klauwen uitstrekken naar ‘onze’ wereld. Daarbij maken ze gebruik van een soort reproductie techniek, die sterk doet denken aan ‘Invasion of the Body Snatchers’.
Zowel Tengo als Aomame vormen een bedreiging voor de ‘Little People’. De ene door zijn bemoeienissen met het boek en de andere door de Leider van de sekte te doden.
In navolging van de Japanse uitgever heeft Atlas de Nederlandse vertaling van Boek Eén en Twee samen op de markt gebracht. Deel drie ligt halfweg volgende maand in de boekhandel.
Ik moet dus niet lang meer wachten om te weten of Aomame zich nu al dan niet een kogel door de kop jaagt. En Tengo - radeloos dwalend door de donkere herfstnacht op zoek naar zijn geliefde - dit zal kunnen verhinderen.
Nog iets anders:
‘Het merendeel van de mensen kan nauwelijks beoordelen of een roman goed of slecht is, maar ze willen niet bij de buren achterblijven, dus als iedereen het over een boek heeft kopen zij het ook.’
Deze passage uitgesproken door Tengo’s cynische uitgever krijgt toch wel een ironische bijklank. De hype die deze boeken heeft gecreëerd zal ook velen aanzetten de boeken te kopen los van het feit of ze nu goed of slecht zijn…

16 februari 2011

Hans Memling (ca. 1440-1494): Leven en Werk Deel 6: De personen en het werk

[afb. 26]Men heeft, zonder enig bewijs, Memlings zelfportret willen herkennen in sommige opvallende achtergrondfiguren, vooral op het middenpaneel van het Johannesretabel en van de Donne-triptiek [afb. 26], en ook nog op de Passie-triptiek te Lübeck (in het gezelschap van de Duitse schilders Wolgemut en de jonge Dürer). De Italiaanse geschiedschrijver Marcanronio Michiel zag in 1521 in Venetië in het huis van kardinaal Grinuni een zelfportret, dat hij als "tamelijk dik" en van het "rossige type" beschreef.

Er is uitzonderlijk veel bewaard van Memlings oeuvre. Het omvat meer dan dertig portretten (soms als tweeluik met een Madonna met Kind), een twintigtal altaarstukken of kerkelijke schilde­rijen met schenkersfiguren, dikwijls meerdelig en van grote afmetingen, een vijftiental losse Madonna voorstellingen, waarvan de luiken met de schenkersfiguren of de portretten verloren zijn, en ten slotte nog een twintigtal schilderijen met diverse thema's uit het evangelie, met betrekking tot heilige figuren of met moralliserende allegorieën.

Memling leefde in de woelige periode die het einde van de Bourgondische tijd kenmerkte, hoewel hiervan in zijn werk weinig te merken valt. Zijn opdrachtgevers waren vrijwel allen rijke burgers (bankiers, handelaars, politici) of geestelijken en enkele malen ook edelen. Dikwijls waren het vreemdelingen, vooral Italianen, die ofwel om politieke ofwel om financiële redenen betrek­kingen onderhielden met het toen welvarende Brugge. Zij lieten zich door Memling portretteren, al dan niet op een devotie- of altaarstuk voor hun kapel in Brugge of hun thuisland. Officiële op­drachten (voor stad of hof) blijken niet tot zijn werkterrein te hebben behoord. Een uitzondering is het verloren Portret van Antoon van Bourgondië , bastaardzoon van Filips de Goede.

15 februari 2011

Wolf Hall

wolf hallElf romans schreef Hilary Mantel voor ze met het vuistdikke Wolf Hall in 2009 de Booker Prize won. Ik kende haar niet en had nog geen enkel van haar verhalen gelezen. Het is trouwens enkel door het winnen van die prijs dat ik in de verleiding kwam een boek van haar te kopen. Wolf Hall was toen nog niet vertaald in het Nederlands. Het is dus een ‘klus’ geworden om me door het boek te worstelen. Het is geen ‘The old man and the sea’, als je begrijpt wat ik bedoel…
Vóór Wolf Hall verscheen, liet Mantel uitschijnen dat het haar wreedste boek ooit zou worden. Haar eerdere romans hadden haar in het Verenigd Koninkrijk al de reputatie bezorgd een schrijfster van donkere verhalen te zijn.

Met Thomas Cromwell als centrale 'held' beloofde Wolf Hall alvast hard en wreed te worden. Want de zestiende-eeuwse historische figuur Thomas Cromwell was als belangrijkste adviseur van de Engelse koning Hendrik VIII een van de meest gehate mannen van zijn tijd.
 
Het is dan ook bijna een aangename verrassing om Cromwell in Mantels roman te leren kennen als een man van vlees en bloed, met zijn slechte, maar ook zijn goede kanten.

Op de eerste bladzijde van Wolf Hall wordt puber Thomas Cromwell in het jaar 1500 verrot geslagen door zijn vader, een dronken smid uit Putney. Thomas vlucht weg en steekt met de hulp van Vlaamse handelaars in Dover het Kanaal over, richting Calais.

Amper tien bladzijden verder is het 1527 en is Cromwell de geliefde assistent van de net bij Hendrik VIII in ongenade gevallen kardinaal Wolsey. Maar Cromwell is een survivor, en een decennium later is hij dé vertrouweling van de koning.

Hij wordt benoemd tot Hendriks plaatsvervanger en wordt zo de absolute heerser over de anglicaanse kerk.

Maar wie hoog vliegt, riskeert laag te vallen: nog geen vijf jaar later wordt Cromwell beschuldigd van hoogverraad.

Wolf Hall leest als een hogesnelheidstrein. Bijna 700 bladzijden lang sleurt Hilary Mantel haar lezers mee van de ene spannende scène naar de andere.
Via flashbacks, herinneringen en spitante dialogen springt ze behendig heen en weer tussen Cromwells jeugd, zijn eerste stappen als diplomaat en zijn succesvolle jaren als politicus.

Met Wolf Hall heeft Mantel de Booker Prize dubbel en dik verdiend. Een aanrader dus.

14 februari 2011

Anjoli Priorat 2008

DSCN0918Nog niet zo lang geleden zijn we met een aantal vrienden op wijnproeverij geweest bij Tanine & Cuisine. Eén van de beste wijnen die onze gastvrouw Hilde presenteerde was de Anjoli van 2008.
Anjoli is een prachtige kennismaking met de prestigieuze Priorat regio in Spanje. De Ardèvol familie maakt er al wijn in het dorp Porrera sinds de 13e eeuw. Anjoli is de naam van de geadopteerde dochter van Rose Galceran, één van de partners van het wijnhuis Ardèvol.
 image
Ardèvol Anjoli is licht robijnrood van kleur met een neus van verse bessen, zoethout en tabak. De wijn smaakt naar van pruimen en bramen. Ze is goed in balans en heeft een heel lange afdronk.
Anjoli is een mengsel van 40% Garnacha, 40% Cabernet Sauvignon, 10% Syrah en 10% Merlot. De wijn werd gegist in temperatuur-gecontroleerde roestvrijstalen tanks om dan verder te rijpen gedurende 16 maanden in Franse eiken vaten.
Deze wijn krijgt een goede beoordeeling door zowel  Robert Parker als de Wine Spectator. In ieder geval is de wijn stukken beter dan de kwaliteit van hun website

13 februari 2011

Vreemde gebouwen (2)

clip_image002De scheve toren van Pisa moest een loodrecht gebouw zijn. Het moest een symbool worden voor de handelsmacht van Pisa in de 12de eeuw. De toren is gebouwd op zachte klei en begon al een paar jaar na de voltooiing over te hellen.

Na de voltooiing helde de toren al 1,37 meter. Maar naar mate de tijd verstreek, werd de hoek van de 16.000 ton wegende toren steeds precairder. Tegen 1990 leunde te toren al bijna 4 meter uit het middelpunt en moesten meer dan 900 ton loden balast de toren beletten van om te vallen.

Het was echter niet de steeds grotere helling die bijna voor de ondergang van de toren zorgde. De geallieerde troepen stelden aan Amerkaanse sergant aan om de toren op te blazen tijdens de tweede wereldoorlog. De geallieerden dachten dat de Duisters de toren gebruikten als observatiepost. Alleen de terughoudendheid van de 23-jarige Amerikaan redde de toren van de ondergang.

05 februari 2011

Hans Memling (ca. 1440-1494): Leven en Werk Deel 5: De late jaren 1490

De zeer geliefde thematiek van de Tronende Madonna met Kind, die eigenlijk in het Johannesretabel al haar eerste monumentale vorm kreeg, nam Mengling in deze late periode opnieuw op om er een groepsportret van een gezin rond te scharen. Het zogenaamde Altaarstuk van Jacob Floreins (Parijs, Louvre) combineert inderdaad het motief van de Madonna op een troon in een open architectuur met het familieportret zoals op de Moreel-triptiek.

Zoals reeds eerder aangestipt, is er al vanaf de Moreel-triptiek in een aantal werken een groeiende vrijheid en dynamiek in de schilderkunstige factuur te bespeuren die veeleer in een toetsenstructuur aan de oppervlakte dan in een vervloeiende versmelting van het modelé tot uiting komen. Deze "modernere" technische benadering van het geschilderde beeld vindt haar extreme resultante in twee werken bewaard in de Capilla Real van Granada. Zowel de Tronende Madonna met Kind [afb. 25] als de Diptiek met de Kruisafneming hebben een zelfde pasteuze schriftuur, die bij fotografische vergroting een verrassend directe penseelslag vertoont.

Ook het Portret van Jacob Obrecht , dat pas in 1496, twee jaar na de dood van Hans Memling, door een andere hand werd afgewerkt, maar door zijn stijl en buitengewone kwaliteit volgens mij wel op zijn actief kan worden gezet, vertoont een stevigheid in de schilderkunstige materie en een robuustheid in het voorkomen die wellicht Memlings "ultima maniera" mede illustreren.

Memling overleed op 11 augustus 1494 en werd begraven op het kerkhof van de Sint-Gillis­kerk. Deze gegevens werden opgetekend door Rombout de Dappere, bisschoppelijk notaris die ook de akte van de translatie van de relieken voor het Ursulaschrijn had opgesteld. Op 10 december 1495 werd de erfenis van zijn bezittingen voor zijn drie kinderen ingeschreven. Zij waren toen nog steeds minderjarig. Nog in 1534 en later komen in de rekeningen van de parochiekerk van Seligenstadt vermeldingen voor van jaargetijden van vier missen, voor ene "Henne Mommelings", burger van Brugge in Vlaanderen. Vermoedelijk heeft hijzelf nog deze stichting in zijn geboorte­stad geregeld.

l&w_afb25_full [Afb. 25]

Mogelijk gerelateerde posts