18 mei 2010

Hans Memling (ca. 1440-1494): Leven en Werk Deel 2: De vroegste werken tot 1472

Het vroegste aanwijsbare schilderij blijkt volgens een onvol­ledig jaartal 1467 gedateerd. Het is de Triptiek met het Laatste Oordeel. Hoewel het om een van zijn eerste scheppingen in Brugge gaat, getuigt het van een indrukwekkend meesterschap. Het werk werd naar aanleiding van het huwelijk in 1466 van Angelo Tani (1415-1492), de Florentijnse directeur van de Medici-bank in Brugge, besteld om op het altaar van zijn nieuw opgerichte kapel in de kerk van de Badia Fiesolana in Florence te worden opgesteld. Samen met zijn vrouw Caterina Tanagli is hij op de gesloten zijde afgebeeld [afb. 7] [afb 8]. Het retabel was afgewerkt vóór de geboorte van hun eerste dochter in 1471 en werd in 1473 ver­scheept richting Porto Pisano via Southampton. Al bij het vertrek in Zeeuwse wateren werd het schip gepraaid door een Pools oorlogsschip, dat handelde in opdracht van de Duitse Hanze die de handel met Engeland boycotte. Het retabel werd buitgemaakt, naar Dantzig overgebracht en nooit meer teruggegeven. De compositie is deels een herformulering van het befaamde Laatste Oordeel van Rogier van der Werden in Beaune. Tegelijk zijn er wat de uitbeelding van de hemelpoort en de gelukzaligen betreft duidelijke analogieën met het Laatste Oordeel van Stefan Lochner in Keulen (Wallraf museum).


l&w_afb07_full l&w_afb08_full [afb. 7 & 8]


De sterke Van der Werden-invloed vindt men in nog een aantal andere werken die vermoede­lijk in deze periode of nog iets vroeger zijn ontstaan, onder meer de Tronende Madonna met Kind en twee musicerende engelen , een Tondo met Zogende Madonna (New York, Metropolitan Museum of Art, Bequest of Michael Friedsam), een naar Van der Werden gekopieerde Madonna met Kind [afb. 9] en de tot nog toe veel te laat gedateerde Madonna met het Kind op een kussen [zie later]. Omstreeks dezelfde tijd (ca. 1467-1470) moet Jan Crabbe, zesentwintigste abt (1457-1488) van de invloedrijke Duinenabdij van Koksijde, zich tot Memling hebben gewend voor een triptiek met de Kruisiging, waarop hijzelf en vermoedelijk twee verwanten, een hoogbejaarde vrouwen een jongeman, als begiftigers neerknielen. Toen Angelo Tani het Laatste Oordeel bestelde was hij al door allerlei manipulaties als gouverneur van de Medici-bank van zijn troon gestoten door zijn assistent Tommaso Portinari (1432-1501), die zijn plaats ingenomen had. Als vertrouweling van hertog Karel de Stoute financierde hij mee de uitbreiding van de Sint-Jacobskerk in Brugge en verwierf er een eigen kapel in het vroegere schip.'


l&w_afb09_full [afb. 9]


Dit alles valt precies samen met zijn huwelijk in 1470 met Maria Baroncelli en de bestelling van het Panorama met de Passie bij Memling. De jonggehuwden wonen er - nog zonder hun kind, dat in 1471 werd geboren - de diverse taferelen uit de lijdensgeschiedenis van Christus bij. Alles lijkt erop te wijzen dat dit het altaarstuk was van de nieuwe Pottinari-kapel in Sint-Jacobs en dat het er, te oordelen naar de late navolging van het werk in Brugge, nog tot in het begin van de 16de eeuw is gebleven. Daarna lieten de nabestaanden het vermoedelijk naar de familiekerk in het Santa Maria Nuova-gasthuis van Florence overbrengen. Vasari (1550) wist dat het daarvandaan kwam, toen hij het in de verzameling van de jonge Cosimo de' Medici beschreef. Het werk is het eerste in een reeks verhalende schilderijen met een doorlopende evangelische cyclus. Ongetwijfeld ook naar aanleiding van dit huwelijk schilderde Memling nog de portretten van Tommaso Portinari en Maria Baroncelli (New York, Metropolitan Museum of Art, Bequest of Benjamin Altman), bei­den in aanbidding voor een religieuze voorstelling op het thans verdwenen middenpaneel, wellicht een Madonna met Kind. Stilistisch en typologisch kan men aan deze vroegste portretten het Portret van een man met rode muts [afb. 10] koppelen, dat misschien nog een paar jaar ouder is, en het Portret van een man voor een landschap (New York, The Frick Collection). Beide zijn, zoals de Portinari-portretten, voor een stenen raam geplaatst dat als repoussoir dient.


l&w_afb10_full [afb. 10]


Kort na de afwerking van de Pottinari-schilderijen moet Memling begonnen zijn met de brede Triptiek met de Aanbidding van de Koningen (Madrid, Prado). Die was waarschijnlijk ook via abt Jan Crabbe in opdracht gegeven want de oude vrouw en de jongeman van de eerder genoemde Kruisiging komen er nogmaals samen op voor. Evenals het Laatste Oordeel steunt ook deze triptiek, spijts de heel persoonlijke bevreemdend ceremoniële atmosfeer, zowel op Van der Werden als op Lochner. De opvatting is zwaar schatplichtig aan Rogiers Columba-relabel (München, Alte Pinako­thek), dat Memling nog in het atelier zal hebben zien ontstaan, en de zeer centraliserende, symme­trische compositie grijpt terug op het nog oudere zogenaamde Dombild (Keulen, Dom) van Stefan Lochner.


Ook de Geboorte van Christus , een kleine variant op het Bladelin-retabel van Van der Werden, en het Portret van een bejaard echtpaar (Berlijn, Staatliche Museen, en Parijs, Musée du Louvre) zijn vermoedelijk niet later dan het begin van de jaren 1470 ontstaan. Dit laatste is het eer­ste dubbelportret op één doorlopend paneel in de Nederlanden, een type dat toen waarschijnlijk al gemeengoed was in Duitsland.

0 reacties:

Mogelijk gerelateerde posts